De genealogie van Marit Terweij

Nummering genealogie Marit

Inleiding

Waaraan moet de nummering voldoen?

Kwartierstaat is uitgangspunt

Broers en zusters

Is nummeren zinvol?

Partners en hun familie

Kinderen

Sorteren

Systematische nummering

Inleiding

De testrasters van Chris Rottensteiner geven een duidelijke indruk van de vier geïntegreerde nummeringsystemen die hier behandeld zijn.

De conclusie dringt zich op dat de nummeringsystemen erg complex zijn. In de testrasters worden aantoonbaar fouten gemaakt, maar ook de uitleg op de websites van de ontwerpers is niet altijd eenduidig. De generaties zijn vaak niet duidelijk te herkennen aan de nummers.

Nog voordat ik mijn eigen nummeringsysteem uit de doeken zal doen, laat ik hier zien hoe het er uitziet in het testraster.

Het hele testraster wordt gedekt, de nummering ziet er behoorlijk overzichtelijk uit en aan de nummers is te zien tot welke generatie zij behoren. De generaties boven de proband volgen dezelfde indeling van generaties als de kwartierstaat; de generaties beneden de proband zijn te herkennen aan de oplopende reeksen van nullen. De nummering wordt pas wat ingewikkelder, naarmate men verder doordringt in niet-verwante kwartieren en afstammingen.

genealogie Marit

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

Waaraan moet de nummering voldoen?

De oudste voorouderparen uit de kwartierstaat van Marit treden alleen op in hun eigen parenteelstaat. Alle andere individuen uit de genealogie treden in twee of meer overlappende parentelen op. Marit, als proband in haar kwartierstaat, treedt op in alle overlappende parentelen van haar directe, oudste voorouders. Met deze situatie in het achterhoofd, wilde ik dat een nummering tenminste aan de volgende eisen zou voldoen:
• Individuen moeten in alle parentelen terug te vinden zijn onder hetzelfde nummer.
• De parentelen moeten dezelfde indeling van generaties volgen als de kwartierstaat.
• De generaties moeten aan de nummers te herkennen zijn.
• De nummering moet niet te ingewikkeld worden.
Aan al deze eisen is met de onderhavige nummering voldaan.

Kwartierstaat is uitgangspunt

De nummering gaat uit van een kwartierstaat die genummerd is volgens Kekulé. De Kekulé-nummers blijven ongewijzigd, dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld het Dollarhide/Cole-systeem. In mijn geïntegreerde nummering zijn nummers zonder punten altijd de proband of directe voorouders van de proband uit de kwartierstaat.

Broers en zusters

Broers en zusters van een individu uit de kwartierstaat worden genummerd door een punt te plaatsen achter het Kekulé-nummer met een volgnummer op volgorde van ”binnenkomst”. Het gehele nummer bestaat dus uit een prefix voor de punt en een volgnummer na de punt. De volgnummers zijn in principe ongeordend zolang het onderzoek loopt, omdat volgorde en omvang van een parenteelstaat van tevoren niet bekend zijn. Een definitieve, systematische nummering is pas mogelijk na afronding van het onderzoek.

Wel zal binnen een gezin of binnen een gedeelte van de familie dat op een bepaald moment in onderzoek is, een logische volgorde gehanteerd kunnen worden. Voor dat deel van de genealogie lijkt er sprake te zijn van een systematische ordening. Zodra echter, vaak veel later, nieuwe familieleden moeten worden tussengevoegd, is een verstoring van de nummering onvermijdelijk. Bijvoorbeeld, na het later tussenvoegen van een gezinslid kan de volgorde binnen een gezin er zo uitzien: 5.1, 5.243, 5.2, 5.3, 5.4. Dit hoeft geen probleem te zijn, want een genealogieprogramma op de computer houdt keurig bij welke gezinsleden in welke volgorde bij elkaar horen.

Is nummeren zinvol?

Men kan zich afvragen of het zinvol is te nummeren als die nummering, lopende het onderzoek, toch maar een rommeltje is en een computerprogramma je de weg wijst.

Binnen een familie komen dezelfde namen steeds weer terug. Om personen met precies dezelfde naam te onderscheiden, is een nummering zeker handig.

Namen zijn vaak beter te onthouden dan nummers, vooral als de schrijfwijze er niet toe doet. Maar als personen precies teruggevonden moeten worden met hun naam, is een exacte schrijfwijze vaak wel nodig.

Een van mijn voornamen is Hendrik. In deze genealogie wordt die naam op zestien verschillende manieren geschreven en dan ook nog eens met ”ck” op het eind. Dat zijn in totaal 32 varianten!

Hendrik
Henderik
Henrik
Hennerik
Hindrik
Hinderik
Hinrik
Hinnerik
Heijndrik
Heijnderik
Heijnrik
Heijnerik
Heyndrik
Heynderik
Heynrik
Heynerik
Hendrick
Henderick
Henrick
Hennerick
Hindrick
Hinderick
Hinrick
Hinnerick
Heijndrick
Heijnderick
Heijnrick
Heijnerick
Heyndrick
Heynderick
Heynrick
Heynerick

Verder gaat het vaak niet om één voornaam, maar meerdere voornamen en ook nog een patroniem en een familienaam. Met fuzzy search kom je een heel eind, maar het zal duidelijk zijn dat een nummer in dergelijke gevallen gemakkelijker, sneller en nauwkeuriger werkt.

Partners en hun familie

Aanverwanten (partners) worden gewoon doorgenummerd. In principe neem ik alleen familie en aanverwanten op in mijn genealogie, plus de ouders van aanverwanten (die dus geen familie zijn) voor enige achtergrond. Er zijn echter redenen om nog meer niet-familie op te nemen:
• Regelmatig wordt binnen een gezin getrouwd met broers of zusters van een zwager of schoonzuster; die schoonfamilie moet dan uitgebreider opgenomen worden in de genealogie.
• Bij gebrek aan bronnen moet soms een hele aanverwante familie gereconstru-
eerd worden, om langs deze omweg relaties binnen de eigen familie aannemelijk te maken.
• Als een familie over vele generaties steeds maar weer introuwt en er dus meerdere aanverwanten uit dezelfde familie komen, dan is het goed om die familie geheel en over meerdere generaties op te nemen in de genealogie.
• Een enkele keer is een uitstapje naar gerelateerden die geen familie zijn,
zo interessant dat ik het niet kon laten om ze niet op te nemen.

Een partner kan zelf weer de nummer 1 zijn in een nieuw kwartier. Bijvoorbeeld, heeft een partner het nummer 6.4, dan ziet de kwartiernummering en de nummering in zijlijn er uit als volgt (voor de duidelijkheid het nummer van de partner eerst tussen haakjes):

Proband = partner:
Vader:
Moeder:
Grootvader vaderskant:
Grootmoeder vaderskant:
Grootvader moederskant:
Grootmoeder moederskant:
Broer of zuster:
Broer of zuster:
Kind van broer of zuster:
Kind van broer of zuster:
Kleinkind van broer of zuster:
Kleinkind van broer of zuster:
(6.4) 1
(6.4) 2
(6.4) 3
(6.4) 4
(6.4) 5
(6.4) 6
(6.4) 7
(6.4) 1.1
(6.4) 1.2
(6.4) 0.1
(6.4) 0.2
(6.4) 00.1
(6.4) 00.2
=  6.4
=  6.4.2
=  6.4.3
=  6.4.4
=  6.4.5
=  6.4.6
=  6.4.7
=  6.4.1.1
=  6.4.1.2
=  6.4.0.1
=  6.4.0.2
=  6.4.00.1
=  6.4.00.2

Paren uit de kwartierstaat kunnen ook partners hebben uit eerdere of latere relaties. Deze partners maken geen deel uit van de kwartierstaat. Bijvoorbeeld voor het paar 4 en 5 uit de kwartierstaat worden eerdere of latere partners van de man genummerd als 4.1, 4.2, 4.3; eerdere of latere partners van de vrouw
als 5.1, 5.2, 5.3.

Kinderen

Voor kinderen wordt uitgegaan van het nummer van één van de ouders. Het Kekulé-nummer of het prefix (nummer voor de punt) wordt gedeeld door twee en eventueel naar beneden afgerond als het getal oneven was. Daarachter wordt weer een punt geplaatst met een volgnummer. Op deze manier blijven kinderen in de parenteel dezelfde indeling van generaties volgen als in de kwartierstaat. Partners worden weer doorgenummerd met hetzelfde prefix.
Voor kinderen beneden de generatie van de proband (Marit) worden nullen gebruikt als prefix: één nul voor generatie -1, twee nullen voor generatie -2, drie nullen voor generatie -3 enz.
Indertijd heb ik voor nullen gekozen, maar een keuze voor negatieve getallen had natuurlijk ook gekund. Dat had een handeling gescheeld bij het sorteren, nu moeten de nullen (vanaf twee nullen) eerst vertaald worden naar negatieve getallen om te kunnen sorteren.

Het geslacht Naber trouwt zeven maal in, verspreid over 8 generaties. De eerste Naber is [512.37] Lambert Naber die in 1708 te Veldhausen trouwt met [512.30] Geerdjen Terweij uit de tak van [2048.1] Jan ter Weij. Hun dochter [256.59] Elisabeth Naaber van Esche trouwt in 1746 te Amsterdam met haar verre achterneef [256.22] Gerrit Wilhelm Angermond van Amsterdam uit de tak van [2048] Gert ter Weij. Jan en Gert zijn broers en leefden rond 1650 te Esche. Als we teruggaan tot de grootouders van Lambert, met hem wordt een nieuwe kwartierstaat gestart, dan trouwen binnen 8 generaties de volgende Nabers met familie uit de genealogie van Marit:

512.37. 07 OO  256.63
512.37. 00.4 OO  28.71
512.37. 0000.1 OO  64.38
512.37. 00000 .6 OO  16.118
512.37. 00000.11 OO  32.397

Zij zijn uit de vijf generaties beneden Lambert. De generatieaanduiding loopt van één tot vijf nullen direct na het nummer [512.37] van Lambert.

Sorteren

De Kekulé-nummers zijn getallen en kunnen als getallen worden gesorteerd. De nummers met punten worden niet meer als getallen behandeld, maar als tekst. In deze genealogie bevatten de ingewikkeldste nummers vier punten, bijvoor-
beeld: [720.13.1.9.3]. Nummers met punten kunnen als tekst worden gesorteerd en dat kan bruikbaar zijn, maar vaak niet gewenst.
Om toch getalsmatig te kunnen sorteren, moet de nummers gesplitst worden in hun delen voor en tussen de punten. Ook moeten de reeksen met nullen (00, 000, 0000, 00000) vertaald worden naar negatieve getallen (-2, -3, -4, -5). Ik doe dat met modules, ontworpen in MS Access, die het hele proces van sorteren voor hun rekening nemen.

Systematische nummering

Zolang het onderzoek loopt, is de nummering niet geordend: elke keer hernum-
meren nadat veranderingen zijn ingevoerd, is ondoenlijk. Zodra het onderzoek is afgerond, bijvoorbeeld voor publicatie of overdracht aan een opdrachtgever of eenvoudigweg omdat men ermee stopt, kan eventueel een definitieve, systema-
tische nummering worden toegepast. Daartoe heb ik een flowchart ontwikkeld die op een systematisch manier een logische volgorde oplevert.
De individuen uit de kwartierstaat worden in volgorde van de Kekulé-nummering verwerkt. Per individu wordt steeds de volgorde gehanteerd: broers/zusters (siblings), partners, ouders van partners, kinderen. Voor alle duidelijkheid: de ouders van individuen uit de kwartierstaat en hun broers en zusters, zijn al genummerd in de kwartierstaat.
De flowchart stopt op een willekeurig moment in verticale, horizontale en diagonale richting, maar elke richting kan net zo lang en net zo vaak voortgezet worden als wenselijk of nodig wordt geacht.